De Stad van Linda Barnhoorn-Van Delft: 'Echte Amsterdammers zijn nuchter en hebben het hart op de tong, dat vind ik fijn'.
Wat is je vroegste herinnering aan Amsterdam?
“Als klein meisje van zes of zeven jaar ging ik met mijn oma in de winterperiode altijd naar de Bijenkorf. Vanuit het prachtige Lisse helemaal naar Amsterdam om daar naar de pietjes te kijken.”
Wat maakt Amsterdam bijzonder?
“Het is de mooiste stad van het land. Ik hou van de chaos, de hectiek en dat het alles te bieden heeft, maar ’s avonds ga ik de stad uit en zoek ik de rust op in Assendelft. Ik ambieer het ook niet om in Amsterdam te wonen.”
Welke buurt is jouw buurt?
“Dat blijft toch het centrum. Ik stond vanaf mijn achttiende aan de receptie van Hotel De Roode Leeuw op het Damrak. Daar kreeg ik alles mee, van leuke mensen tot minder leuke mensen en demonstraties. Het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima volgde ik vanaf de eerste rij. Als ik ’s morgens het centrum in loop dan krijg ik daar energie van. Alles wat er te doen valt, ís hier ook te doen.”
Is het centrum niet te druk?
“Als ik zelf uitga in de stad met vrienden of een dagje Amsterdam doe met mijn gezin, dan denk ik: jeetje, wat is het druk. Aan de andere kant werk ik in de toerisme-industrie, dus word ik erg blij van alle toeristen die door de stad wandelen. In coronatijd hebben we ook een stichting opgericht die het toerisme in Nederland en in Amsterdam promoot. Het is drieledig. Ja, het is druk in de stad, maar dat is vooral op bepaalde plekken en momenten. Kijk maar naar het centrum, de Wallen en meer van dat soort buurten. Maar er zijn óók genoeg plekken waar weinig toeristen komen, delen van Amsterdam die nog ontdekt moeten worden. Er is dus zeker plek voor toeristen, maar het kan beter verdeeld worden.”
Wat mis je aan Amsterdam als je hier niet bent?
“Echte Amsterdammers zijn nuchter en hebben het hart op de tong, dat vind ik fijn. Het mag een beetje brutaal en net op het randje. Buiten de stad is dat minder, daar is het netter en wat keuriger. In Amsterdam is dat anders en daar hou ik van.”
Waar ben je het liefst te vinden in de stad?
“Het ligt aan de hoedanigheid. Met vrienden duik ik de niet-toeristische, bruine kroegen in bij het Wallengebied. Van die plekjes die we samen hebben ontdekt. Ik hou ook van buurten waar je andere keukens vindt dan standaard. Laatst ging ik eten bij Secret Garden, een vrij nieuw restaurant, dat vond ik helemaal fantastisch. Maar ik vind het ook ontzettend leuk om met mijn dochter van zeven naar het Rijksmuseum te gaan. Zij kan uren ronddwalen in het museum. Voor mijn werk ben ik juist weer veel aan de grachten en daaromheen.”
Wat is de leukste plek om te eten in Amsterdam?
“Die vraag moet je me niet stellen. De ene keer wil ik heerlijk Indonesisch eten, dan wil ik naar een restaurant op de Zeedijk of juist weer een vette bek bij de Febo. Ik kan niet kiezen.”
Oké, andere vraag dan. De zomer is onderweg, wat is het fijnste terras van Amsterdam?
“Ik hou van mensen kijken, dus dan kies ik voor één van de terrassen op het Rembrandtplein. Juist daar komen de toeristen voorbij. Ik hou ervan om mezelf samen met een vriend of vriendin een beetje te verschuilen achter een glas met een zonnebril op. Biertje erbij en een bittergarnituur. Je zit dan op één van de meest toeristische plekken, maar je ziet juist van alles.”
Wat is jouw ideale dag in Amsterdam?
“Die begint met een rondvaart door de grachten. Het blijft één van de mooiste manieren om de stad te ontdekken. Daarna wil ik zéker een museumbezoek, dat kan het Rijks of het Van Gogh Museum zijn of een kleinere zoals het Rembrandthuis of Moco. Vervolgens lekker wandelen in het Vondelpark en loop vooral eens door de stad en kijk omhoog. Als je omhoog kijkt naar de gebouwen, dan valt er zoveel te ontdekken. Dat zie je niet als je met je blik vooruit door Amsterdam loopt. Als het mooier weer wordt, dan fiets ik vanuit Assendelft vaak naar mijn werk. Ik neem meestal een andere route de stad in en fiets iets minder snel, dan is er nog zoveel nieuws te ontdekken als je maar goed om je heen kijkt.”