5 vragen aan Henk Jan Zoer van Count&Cooper : projectmanager project De Entree in Amsterdam
Het is je vast niet ontgaan, de toegang tot de stad vanaf het Centraal Station is na de verbouwing compleet anders. Amsterdam Visitor Marketing sprak met Henk Jan Zoer van Count&Cooper, die het project van begin tot het einde begeleidde.
De Entree
Wat betekent de nieuwbouw aan het CS voor de entree van de stad?
“De toerist ziet bij aankomst meteen een gebied dat bestemd is voor voetgangers. De voetpaden zijn breder, er zijn geen auto’s meer en de uitstraling van de bruggen en kades zijn meer één geheel. Neem de aanlegsteigers voor de rondvaartboten bijvoorbeeld, die hebben een nieuwe eigen Middenkom en dat verbetert de toegang tot de boten meteen. Ook zijn de routes duidelijker, je ziet meteen waar het OV is en welk pad de stad in loopt. De toegang is voor reizigers, voetgangers, fietsers en toeristen echt verbeterd. De Prinshendrikkade is daarnaast ook autoluw én de fietsenstalling onder water zorgt ervoor dat de fietsen van straat de zijn. Het heeft al met al een fijnere uitstraling”
Hoe voelt de bezoeker van Amsterdam zich meer welkom?
“Door de uitstraling van het gebied. Neem de sociale veiligheid, die is aanzienlijk beter dan het was. Bij de bouw is gelet op de verlichting en ook heb je beter zicht. Verder merk je meteen dat alles één uitstraling heeft en dat maakt het stukken prettiger om in de omgeving te verblijven.”
Wat was jullie visie op project De Entree in Amsterdam?
“Het ritme van de stad, dat moest doorgaan. Tussen het Centraal Station en De Dam lopen zo’n 300.000 mensen per dag. Dan zeg je niet ‘loop maar even 500 meter of een kilometer om, want wij zijn aan het werk.’ In de periodes met minder voetgangers waren veel werkzaamheden op straat, zoals in de zomervakantie. Je werkt daarom met kleinere bouwterreinen, zodat je ruimte overhoudt om fietsers, voetgangers en reizigers toch hun weg te laten vinden. Zónder om te moeten lopen naar een andere halte.”
Henk Jan Zoer
Wat betekent De Entree voor de allure van Amsterdam?
“Het is nu echt het visitekaartje van Amsterdam. Het totaalplaatje klopt, van de toegang tot de stad tot aan Station Zuid. Met de afronding van de bouw is de nieuwe uitstraling af. Het helpt natuurlijk ook dat de auto’s uit het straatbeeld verdwijnen, want zo komt er steeds meer ruimte en aandacht voor de rest van het gebied. Het is ook meteen fijner voor toeristen om te fietsen of wandelen.”
Hoe kijk je als projectmanager terug op deze vijf jaar?
“Heel trots. Op wat papierwerk na zijn we bijna aan het einde. Al het werk buiten is klaar. Als je bouwt in hartje Amsterdam voor het Centraal Station en dat op tijd lukt, dan vind ik dat een knappe prestatie. Vooral omdat we dit met zoveel partijen deden. Iedereen ging tot het gaatje om het te realiseren. Het is heel leuk als dit samen lukt. Inmiddels is er wereldwijd aandacht voor de fietsenstalling onder water. De berichten komen van Canada, Amerika tot Japen en het Midden-Oosten binnen. Dat besef je niet als je bouwt en het elke dag een stukje verder af ziet komen.”