'Je ziet dat verzet en collaboratie in één persoon verenigd zijn'
Het Verzetsmuseum sloot een half jaar haar deuren voor een rigoureuze verbouwing. ‘Het museum is totaal anders dan het was’, vertelt directeur Liesbeth van der Horst. De nieuwe vormgeving van het Verzetsmuseum maakt dat het ook het allereerste museum is waar blinden, doven en slechthorenden zelfstandig terecht kunnen.
Hoe ziet het vernieuwde Verzetsmuseum eruit?
‘Het museum heeft een schitterende nieuwe vormgeving, ontworpen door Ilona Laurijsse. De decors illustreren dat de sfeer tijdens de bezetting steeds grimmiger werd. Aan het begin zie je witte gevels met hakenkruizen erboven. De dreiging van de bezetting was er, ook al gedroegen de Duitsers zich nog vriendelijk. Daarna werd een zee aan propagandaposters over Nederland losgelaten. De Jodenvervolging wordt verbeeld door een kooi. Als het front door Nederland loopt zie je in de opstelling in het museum veel vernieling en puin. Het is kunstzinnig en je voelt de drukkende sfeer.’
Wat is er anders ten opzichte van vóór de verbouwing?
‘De vorm, de nieuwe technieken en er is meer interactie. Het inhoudelijke perspectief is verbreed. We behandelen nu wat vrijwel de gehele bevolking in Nederland meemaakte, dus ook verhalen over dwangarbeiders en burgerslachtoffers. Maar daarnaast belichten we dat Nederland een koloniale macht was. Verzetsmensen uit de koloniën werkten nauw samen met de illegale pers om ons land klaar te maken voor onafhankelijkheid van de koloniën. Die resultaten bleken na de oorlog teleurstellend.’
Het verzet komt in een ander licht te staan, schreef PS van Het Parool over het Verzetsmuseum, welk licht?
‘We belichten nieuwe perspectieven en leggen nieuwe accenten. Onderwerpen die in de taboesfeer lagen kregen vroeger geen aandacht. Zo gebruikten sommige mensen in het verzet pepmiddelen om op de been te blijven. Ook was het verzet stimulerend voor liefdesrelaties. Die thema’s stippen we nu aan. Plus: we doorbreken het hokjes-denken. De laatste jaren is er de neiging om mensen in te delen in posities. Je bent slachtoffer óf collaborateur, omstander óf pleegt verzet. In de praktijk liep dit vaak door elkaar heen. Neem het verhaal van de politieagent, die helemaal niet antisemitisch of pro-Duits was, maar niet durfde te weigeren toen hij Joden uit huizen moest halen. Later ging hij bij het verzet. Je ziet dan dat verzet en collaboratie in één persoon verenigd zijn.’
Welke verhalen worden nog meer verteld?
“Korte, pakkende verhalen. Mensen die niet willen of kúnnen lezen hoeven bij ons niks te lezen. Alles is ook in audio te beluisteren. We vertellen het verhaal aan de hand van persoonlijke verhalen. Het museum is chronologisch van opzet. Bij het begin van elke periode schetst een animatiefilm de politieke en internationale context. En in het decor vind je per periode korte verhalen die samen het grotere verhaal vertellen. Achter zo’n klein verhaal gaat soms wel maandenlang onderzoek schuil.”
Heb je een persoonlijke favoriet?
“De ruimtelijke beleving vind ik vooral bijzonder. We vertellen 100 verhalen, allemaal even indrukwekkend en mooi. Bijzonder vind ik bijvoorbeeld het verhaal van de blinde Lida Hoeijenbosch. Dat wilden we vertellen, omdat we toegankelijk zijn voor blinden. Zij maakte een verzetskrant in braille, die in een kleine oplage met de hand werd geprikt. Het kostte ons veel moeite om daar alles over te weten te komen. In het museum zijn een exemplaar van de krant en foto van Lida te zien. Ze had geen directe nabestaanden, dus het was een lange zoektocht om die te vinden.”
Waarom is het Verzetsmuseum nu belangrijker dan ooit?
“In het slot van het museum leggen we een link naar het heden. Geschiedenis herhaalt zich voortdurend, maar nooit op dezelfde manier. Er zijn allerlei overeenkomsten. Geschiedenis geeft inzicht in het heden, het kan inspireren. Het is ook belangrijk dat zo’n ingrijpende periode van nog maar zo kortgeleden niet vergeten wordt. Onze achterliggende boodschap is dat verzet niet gemakkelijk is en dat het belangrijk is om de democratische rechtsstaat te waarderen.”