Amy Hu van Hotel Levell: 'Ik heb toch die Chinese mentaliteit hè'
In ‘Hotel Inside’ nemen we een kijkje achter de schermen van een hotel. Deze maand spreken we Amy Hu, eigenaar van Hotel Levell en sinds kort The Lake Hotel Amsterdam Airport. Wat drijft deze hotelondernemer? Vier uitspraken die typisch Amy zijn.
1. ‘Ambitie zit ‘m niet in hoeveel hotels je runt’
“Een eigen hotel beginnen, is een lang gekoesterde droom. Met Hotel Levell is die ruim twee jaar geleden uitgekomen. De kans om dit voormalige kantoorpand, op steenworp afstand van de Amsterdam Arena, te pachten kwam via een kennis op mijn pad. Die kans greep ik meteen aan. Ik ben gedreven. Misschien wel een workaholic.”
Hoe ambitieus ben je?
“Ik ga voor kwaliteit, niet voor kwantiteit. Ik wil geen massaproduct hebben of een hotelketen opzetten. Persoonlijke aandacht en mijn gasten waar voor hun geld geven, drijven mij meer. Wij zijn een driesterrenhotel, maar bieden viersterren-kwaliteit. Ik ben altijd in het hotel: van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Als dit niet meer kan, zou voor mij de lol er snel af zijn.”
Je vernoemde het hotel naar je kleinzoon, toch?
“Eerst heette het Hotel Lowell. Maar dat bleek al een hotel in New York te zijn, dat de rechten voor die naam had afgekocht. Dus ach, toen heb ik twee letters veranderd.”
2. ‘Alleen brandschoon is schoon genoeg’
“Dat een hotel schoon is, vind ik ontzettend belangrijk. Maar dan bedoel ik echt heel schoon hè.”
Je hoort wel dat je uit de housekeeping komt.
“Ja, haha. Ik ben ooit begonnen als receptioniste in een hotel in Amsterdam. De eigenaar was niet zo tevreden over de schoonmakers aan wie hij de housekeeping had uitbesteed. Hij dacht dat ik dat beter zou kunnen en vroeg of ik een bedrijf wilde opzetten dat hij kon inhuren.”
Wat was je antwoord?
“Ik zag dat helemaal niet zitten joh. Maar toen ik een jaar later alsnog achter die receptie stond, dacht ik: dit schiet niet op, dus ik ga dat schoonmaakbedrijf voor hotels toch opzetten. Heb ik veertien jaar gehad, maar inmiddels heb ik het verkocht.”
3. ‘Mislukken is geen optie’
“Ik wil dat alles lukt wat ik doe. De lat ligt hoog; voor mezelf en het hotel. Dat heb ik van mijn ouders. Ik ben geboren in China en was zeven toen ik naar Nederland kwam. Mijn ouders runden een paar restaurants in Nijkerk. Ik hielp vaak mee. Hard werken was dat. Dat is toch die Chinese mentaliteit hè, altijd maar doorgaan.”
Je hebt ook The Lake Hotel Amsterdam Airport overgenomen. Wat zijn je plannen daarmee?
“Ik zie er veel potentie in. Het ligt op een unieke plek; aan het water en tegenover de bossen. Prachtig. Het interieur en het restaurant moeten wel echt verbouwd en opgeknapt worden, daar zitten we nu nog middenin. Ik wil dat het de sfeer van een grand café ademt, waar je ook als buurtbewoner fijn aan het water kunt zitten en lekker kunt dineren.”
4. ‘Waardeer wat je hebt’
“Hoe ik de toekomst zie? Dat weet ik nog niet. Ik heb nog wat kleinere hotelprojecten in Rotterdam lopen, maar daar blijft het nu bij. Ik wil niet te groot worden, maar waarderen wat ik heb. En tijd over hebben voor mijn zoon en kleinzoon. Mijn ouders waren altijd aan het werk. Ik zag ze nooit. Dat wil ik anders aanpakken. Gelukkig gaat mijn zoon, die onder meer werkte in het sterrenrestaurant FG in Rotterdam, de keuken van The Lake Hotel runnen. Hij is niet alleen een goede kok, maar zo heb ik hem ook lekker dicht in de buurt.”
En is er nog tijd om je kleinzoon te zien?
“Weinig, maar via WhatsApp spreken we elkaar elke dag hoor. Mijn familie is belangrijk voor me, daarnaast is er nauwelijks tijd voor een privéleven. Maar dat is prima. Als mijn gasten gelukkig zijn, ben ik dat ook.”