Het nieuwe normaal: Amsterdamse ondernemers over zakendoen in andere tijden
Ondernemen na de lockdown, hoe is dat? We interviewden vier Amsterdamse ondernemers daar al eerder over. Maar hoe is het nu, twee maanden later? Bottom line: het was een zomer anders dan anders. Geen massa's toeristen en even wennen aan die anderhalve meter.
Alice Roegholt, directeur Museum het Schip, moest haar museum aanpassen aan corona en zoekt nu vooral naar creatieve oplossingen. En ze ontwikkelde een eigen Amsterdamse School mondkapje. Echt heel mooi, al zegt Alice het zelf.
“In juni en augustus trokken de bezoekers een beetje aan. In samenwerking met de gemeente Amsterdam konden we basisschoolkinderen de hele zomervakantie van workshops voorzien. Een ongelofelijk leuk succes! We missen wel het bezoek van groepen. Ze hebben een educatieve waarde, en daar steken we altijd extra veel tijd en zorg in. Om daar een nieuwe draai aan te geven, hebben we een aantal bedrijven het voorstel gedaan om hun personeelsuitjes zo in te richten dat iedereen een kaartje voor het museum krijgt, maar op z’n eigen tijd kan gaan. Het resultaat is leuke workshops voor volwassenen die je alleen doet en toch samen.”
“Je moet een beetje creatief wezen in deze tijd”
“Je moet een beetje creatief wezen in deze tijd. Ik hoop dat bedrijven ook die denkomslag kunnen maken, en ons een beetje kunnen helpen om de boel draaiende te houden. En zich afvragen: Wat kunnen wij doen voor het museum, zodat wij daar zelf ook wat aan hebben? Er kan hier ook bijvoorbeeld vergaderd worden met kleine groepen. Het zou mooi zijn als bedrijven ons op die manier weten te vinden, en zo de culturele sector helpen. Ik zie volop mogelijkheden om de situatie om te buigen, maar de rest van de maatschappij moet ook meedoen. Verder hoop er het beste van. In ieder geval heb ik vertrouwen in ons publiek.”
Ondernemen in de stad na de lockdown vraagt creativiteit, een lange adem en het aanboren van nieuwe doelgroepen
Voor Bas Schaafsma, eigenaar van de Pancake Bakery, was het vlak na de lockdown even resetten. Hij begon met de verkoop van Amsterdamse broodjes voor Amsterdamse prijzen en richtte zo zijn pijlen op Nederlandse bezoekers. Hoe gaat het nu?
“Het blijft zoeken. Na de lockdown besloten we ons meer te gaan richten op Nederlandse bezoekers. Dus gingen we Amsterdamse broodjes verkopen. Toen het toerisme in de zomer weer een beetje aantrok - en dus ook de verkoop van de pannenkoeken - zijn we toch weer met de broodjes gestopt. Ik vind: of je doet het goed, of je doet het niet. Ik ben niet iemand die halve kwaliteit levert.”
“We staan bekend als een restaurant voor toeristen, dat maakt het lastig”
“Mocht het nou in november of december heel stil worden op de zaak, wil ik het wel weer oppakken, want ik vind het wel een leuk concept. Toch houdt het nog niet over. Zeker nu het aantal corona-gevallen weer stijgt. We hebben hier redelijk wat Duitsers, Fransen en Belgen, maar de bezoekers lopen weer terug. Wat mij echt zou helpen? Als de stroom van buitenlandse toeristen weer op gang komt. Maar totdat er een vaccin is, zie ik dat niet gebeuren. Daarbij: wij staan bij Nederlanders te boek als een toeristenrestaurant, dus dat blijft lastig. We moeten gewoon een lange adem hebben. Nog even aanpoten, dus.”
Koen Derks, eigenaar Youseum, deed het meteen na de lockdown al: inspelen op een nieuwe bezoeker, en wel die uit Nederland. Een strategie die nog steeds zijn vruchten afwerpt, al blijft de situatie spannend.
“We spelen zoveel mogelijk in op de nieuwe bezoeker. Het grote verschil met voor de lockdown is dat er minder internationale toeristen zijn. Maar dat werd in de zomer gelukkig aangevuld met mensen die in Nederland op vakantie gingen. Onze online marketing richtte zich eerst vooral op de Engelstalige bezoeker, maar dat hebben we omgezet. Nu gaan we voor onze social media marketing veel samenwerkingen aan met lokale restaurants, hotels en brunchtentjes. Gelukkig is er nu weer wat minder gêne om er op uit te gaan en delen bezoekers weer meer op social.”
“Ik maak me geen zorgen dat we weer terugvallen”
“In juli en augustus ging het eigenlijk ontzettend goed. We zaten in de eerste weken van juni op zo’n 35 procent capaciteit van vóór de crisis en nu op zeventig, tachtig. Hoe de komende maanden de ontwikkelingen zich voortzetten is nog spannend. Maar als de besmettingen enigszins onder controle worden gehouden, maak ik me geen zorgen dat we weer terug gaan vallen naar de situatie van afgelopen april.”